[interview] Hoe is het met…Ton van Dijk?

22-04-2021 9375 keer bekeken 0 reacties

In 2018 zochten we Ton van Dijk (83) op aan de Bergweg Zuid in Bergschenhoek. Inmiddels ligt er pal naast zijn huis, een voormalig treinstel, een tijdelijke brug voor bouwverkeer en is de bouw van de A16 Rotterdam in volle gang. Tijd voor een 2e kop koffie. ‘Ik heb het nog altijd erg naar m'n zin.'

Er is geen ontkomen aan: vanachter het keukenraam steekt de bouwbrug over de Bergweg Zuid imposant boven het nog prille voorjaarsgroen uit. Zelf is Van Dijk inmiddels gewend aan het tijdelijke uitzicht. Net als aan de hopen zand. ‘Ongelooflijk wel zoveel als er ligt. Het schijnt toch allemaal te worden verwerkt, heb ik vernomen. Voor mij is het een raadsel waar dat straks blijft. En ook waar het vandaan komt.’ Grappend: ‘De zeespiegel moet inmiddels wel flink zijn gezakt.’

Extra handen

Het grapje typeert zijn huidige gemoedstoestand. ‘Ja, het gaat goed met me’, vertelt Van Dijk. ‘Ik heb weliswaar twee kapotte knieën, maar daar kan ik best mee leven. Zeker nu ik sinds een tijdje hulp krijg van een Marokkaanse man. Hij helpt mij met het verzorgen van de kippen, de eieren, de groenten en het fruit. En door de verkoop van producten in mijn schuurtje blijf ik mensen zien. Dat scheelt, zeker in deze tijd.’

Trillende deur

Af en toe wordt het gesprek aan de keukentafel kort onderbroken door het bouwgeluid. ‘Dat zijn de damwanden die de grond in worden getrild’, legt Van Dijk uit. ‘In totaal duurt dat zo’n vijf weken. Ze begonnen dicht bij mijn huis, maar inmiddels schuift het werk steeds verder op en wordt het minder heftig. Het is trouwens niet alleen het geluid dat je hoort, maar het zijn ook de trillingen die je voelt. Dat heeft me verbaasd. In huis trilt er steeds een deur mee, hoor je? Die moet ik nog vastzetten.’

Aandacht verplaatsen

Ondanks dat hij ‘eerste rang’ zit, kan Van Dijk goed leven met alle bouwperikelen. ‘Zelf ben ik ook een jongen van de praktijk. Wat gedaan moet worden, moet gedaan. Want met alleen praten krijg je die damwanden niet de grond in.’ Hij vervolgt: ‘Het is ook een kwestie van me er niet aan storen, anders wordt het alleen maar erger. En van de aandacht verplaatsen. Als ik op de veranda zit en even niet naar de bouwplaats wil kijken, ga ik gewoon in de rechter stoel zitten. Dan zie ik alleen het natuurgebied achter het huis.’

Wordt hij goed op de hoogte gehouden van wat er zoal gebeurt? ‘Jawel. Toevallig zijn ze afgelopen week nog langs geweest. Om uit te leggen dat het intrillen van de damwanden iets langer duurt. Ze mogen dat nu namelijk alleen tussen acht en vier doen, twee uur minder dan voorheen.’

Samen aan de slag

Dan gaat de telefoon. ‘Hé, hoe is het jongen? Kom je rond twee uur? Fijn, tot zo.’ Even later: ‘Dat is die Marokkaanse man waar ik over vertelde. We gaan vanmiddag weer samen aan de slag. Je ziet het, ik heb het nog altijd hartstikke naar mijn zin. Nee, ik zou met niemand willen ruilen.’

Cookie-instellingen