Het is 12 januari 1807, kwart over 4 ’s middags. Een vrachtschip met ruim 18.000 kilo buskruit aan boord ontploft in het centrum van Leiden. Bijna 160 mensen vinden de dood. Nog eens 2000 mensen raken gewond. De ravage is enorm. Van fraaie grachtenpanden tot krotten, scholen en openbare gebouwen: alles verandert in een rokende puinhoop. De Leidse buskruitramp is wereldnieuws.
Puinruimen
Het stadsbestuur van Leiden inspecteert de ongeveer 1000 gebouwen met de grootste schade. Vele zijn ruïnes, hebben loshangende gevels of moeten worden gestut. De bouwvallen in de kern van het rampgebied worden door het Rijk onteigend. De sloop en afvoer van al het puin wordt centraal geregeld. Bouwmaterialen die hergebruikt kunnen worden, worden geveild.
Schieveense polder
Ondertussen besluit boer Leendert Corneliszoon Post (1731-1821) om een nieuwe schuur op zijn erf in de Schieveense polder te bouwen. Samen met zijn zoon Johannes (1769-1832) woont hij alweer 15 jaar op de boerderij, maar ze hebben nu pas genoeg geld gespaard om een grote stenen schuur op te trekken. Leendert en Johannes leggen op 28 februari 1807 feestelijk de eerste stenen. Precies in de periode dat de stad Leiden goedkope bakstenen veilt. Om het moment te markeren plaatsen ze een gevelsteen.
De gevelsteen in de schuur van Hoeve Schieveen
Op de steen staat te lezen:
DE EERSTE STEENEN ZYN GELEGT DOOR LT EN IS POST
18 SM 07
28D
De onderste regel is de datum: de 28te Dies van Sprokkelmaand 1807, ofwel 28 februari 1807. De voornamen zijn afgekort tot L voor Leendert en I voor Ioannes (Johannes).
200 jaar later
2 eeuwen verstrijken. In januari 2007 wordt in Leiden de buskruitramp herdacht die de stad 200 jaar eerder in het hart trof. Voor de gelegenheid verschijnt de herdenkingsbundel ‘Het Fataal Evenement’ onder redactie van Arti Ponsen en Ed van der Vlist. Arti, werkzaam bij het Bestuursbureau van de Universiteit Leiden, doet dan al enige jaren op persoonlijke titel onderzoek naar de wat er nu echt is gebeurd tijdens de ramp.
De heer Hogeweg
‘Dankzij de publiciteit rondom de herdenking kwam ik in contact met de heer Jac. Hogeweg uit Dordrecht’, vertelt Arti. ‘Hij vertelde me dat zijn moeder is opgegroeid op een boerderij in de polder bij Overschie. Als kind bezocht hij er zijn oom Leendert (1893-1972), die het bedrijf tot 1962 in de familie hield. In de familie gaat het verhaal dat de schuur van de hoeve is gebouwd met stenen uit de Leidse buskruitramp. Daar moest ik natuurlijk meer van weten.’ Arti voert vele gesprekken met de heer Hogeweg en duikt de archieven in. Zou het verhaal kloppen? Is de schuur bij de hoeve uit zijn jeugd echt gebouwd met stenen uit het Leidse rampgebied?
Met eigen ogen
Arti besluit de hoeve te bezoeken. Al direct valt haar het verschil op tussen de bakstenen van het woonhuis en die van de vervallen schuur erachter. De stenen hebben dezelfde dieprode gloed als de muur van haar eigen huis in Leiden, uit 1612. En ook het formaat van de stenen, kleiner dan gebruikelijk in de rest van Nederland, wijst op een Leidse oorsprong. Arti: ‘Maar de bakstenen van de Schieveense Hoeve zijn voor Leidse begrippen nog net iets kleiner dan normaal. Dat bevestigt het vermoeden dat ze uit de buskruitramp afkomstig zijn. De stenen moesten na de sloop van de ruïnes immers afgebikt worden voor de verkoop. Dat verklaart ook waarom de stenen geen glad oppervlak hebben.’
De bakstenen in de gevel van de schuur met de voor Leiden typisch dieprode kleur
Nieuwe A16 Rotterdam
Enkele jaren na Arti’s ontdekking maakt Rijkswaterstaat bekend dat er een nieuwe verbindingsweg komt tussen de A13 bij Rotterdam The Hague Airport en de A16 bij Terbregseplein. Uit het tracébesluit wordt definitief duidelijk dat de Hoeve Schieveen moet wijken voor de nieuwe snelweg. De heer Hogeweg belt meteen Arti op: de hoeve waar zijn moeder is opgegroeid wordt gesloopt! Ook Arti schrikt van het nieuws. Want hoewel Hoeve Schieveen geen monument is, heeft het wél bijzondere elementen die het behouden waard zijn. Arti neemt daarom contact op met Rijkswaterstaat.
Locatiebezoek
Op een herfstachtige dag in oktober bezoeken de heer en mevrouw Hogeweg, Arti, 2 heren van Museum Oud-Overschie en een klein gezelschap van het projectteam A16 Rotterdam de oude hoeve in de Schieveense polder. De huidige eigenaar verwelkomt hen op zijn erf. De heer Hogeweg is heel blij en ontroerd de hoeve weer te zien. ‘Ik heb hier zo veel herinneringen’, vertelt hij. Enthousiast haalt hij een schilderij van de boerderij uit zijn auto. ‘Kijk, zo zag het er hier vroeger uit. Met een mooie oprijlaan en een hooiberg.’
De heer Hogeweg laat het schilderij zien waarop de hoeve uit zijn jeugd is afgebeeld
Behoud van de bijzondere stenen
Het projectteam van de A16 Rotterdam vindt het belangrijk dat mooie verhalen uit het verleden niet verloren gaan. Daarom is besloten dat bij de sloop van de Hoeve Schieveen de aannemer de bijzondere gevelstenen vakkundig zal verwijderen, zodat deze behouden blijven voor de toekomst. Martin Hogeboom, Rijkswaterstaat: ‘Samen met een aantal Leidse stenen krijgen ze een mooi plekje in Museum Oud- Overschie. Zo blijft de geschiedenis van de hoeve bewaard.’
Nog veel vragen
De heer Hogeweg en Arti Ponsen zijn blij dat door het behoud van de stenen het verhaal van de familie Post en de Leidse buskruitramp wordt doorverteld. Arti: ‘Maar ik heb nog steeds veel vragen. Hoe kan het bijvoorbeeld dat ze destijds niet genoeg geld hadden voor nieuwe stenen om hun schuur te bouwen, maar wel een dure gevelsteen plaatsten? Is dat misschien een brok van een stoepsteen, ook uit de Leidse ruïnes, die ze bij hun aankoop cadeau kregen? Misschien ontdekken we het antwoord als de gevelsteen straks wordt verwijderd en we de achterkant kunnen zien!’
Arti Ponsen en de heer JAC. Hogeweg bij het woonhuis van Hoeve Schieveen
Sloop Hoeve Schieveen
Voorlopig blijft Hoeve Schieveen nog overeind. De aanleg van de nieuwe A16 start in 2019, maar voor die tijd moet het terrein bouwrijp worden gemaakt. Rijkswaterstaat is hierover in gesprek met de eigenaar van de boerderij. Naar verwachting wordt de hoeve in 2017/2018 gesloopt. De bijzondere stenen worden dan weggehaald en overgebracht naar Museum Oud-Overschie. De heer Hogeweg volgt de ontwikkelingen op de voet en blijft net als Arti gedurende het gehele proces betrokken.
Extra
Stedelijk Museum De Lakenhal in Leiden maakte een animatie van de buskruitramp. Bekijk de video op YouTube.