Het onderzoeken van de grond naar archeologische resten gebeurt stapsgewijs. Eerst wordt er bureauonderzoek gedaan. Daarbij kijken archeologen op welke locaties in het projectgebied zij archeologische vondsten verwachten. Op deze locaties zijn boringen uitgevoerd op zoek naar intacte bodems met mogelijk archeologische vindplaatsen.
Archeologische vondsten in Ommoord
Eind 2017 is er archeologisch onderzoek uitgevoerd bij Ommoord. Er is toen een rivierduin uit ca. 10.000 voor Christus gevonden. Uit onderzoek blijkt dat het rivierduin in het verleden circa 15 meter hoog was. Nu ligt het duin diep onder de grond (11 meter onder NAP). We weten hoe de bodem zich in de afgelopen duizenden jaren heeft ontwikkeld. Daarom is de conclusie dat het duin al vroeg bedekt is geraakt met latere grondlagen. Van deze conclusie gaat het hart van archeologen sneller kloppen. Als het duin namelijk al vroeg met andere bodemlagen is bedekt, betekent dit dat de bodem niet ‘vervuild’ is geraakt met latere (en dus jongere) sporen en vondsten. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat dit duin in de Midden-Steentijd (9000-5300 voor Christus) door mensen gebruikt is om te bivakkeren. Daarom zijn er boringen uitgevoerd en hebben onderzoekers het bodemmateriaal nauwkeurig onderzocht. Met de boringen hebben de archeologen zo goed mogelijk achterhaald hoe het landschap er vroeger uitzag, wat voor gereedschap men gebruikte en welk voedsel men at.
Meer weten over archeologie en de A16 Rotterdam? Bekijk het Tracébesluit A16 Rotterdam.