Analyse van deze vondst geeft aanleiding om te geloven dat er zich waardevolle informatie in de grond bevindt. In de week van 28 oktober zijn hier dan ook boringen verricht om materiaal uit de grond te halen voor verder onderzoek.
Jonger
Uit eerder onderzoek blijkt dat het rivierduin in het verleden circa 15 meter hoog was. Nu ligt het duin diep onder de grond (11 meter onder NAP). We weten hoe de bodem zich in de afgelopen duizenden jaren heeft ontwikkeld. Daarom is de conclusie dat het duin al vroeg overdekt is geraakt met latere grondlagen. Van deze conclusie gaat het hart van archeologen sneller kloppen. Als het duin namelijk vroeg met andere bodemlagen is bedekt, betekent dit dat de bodem niet ‘vervuild’ is geraakt met latere (en dus jongere) sporen en vondsten. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat dit duin in de Midden-Steentijd (9000-5300 voor Christus) door mensen gebruikt is om te bivakkeren. Daarom zijn de boringen uitgevoerd en duurt de zoektocht naar archeologie voort. Onderzoekers zijn naar verwachting nog wel een halfjaar bezig met het analyseren van het bodemmateriaal dat uit de boringen wordt gehaald. Zo proberen zij te achterhalen hoe het landschap er vroeger uitzag, wat voor gereedschap men gebruikte en welk voedsel men at.
Hieronder: impressies van mensen en hun leefwijze in de Midden-Steentijd. Bron: Archeologie Rotterdam (BOOR)